Mare en Michiel sloten zich beide aan bij de actiegroep in hun kerk. Een jaar later bouwden ze in Twatasha, Zambia aan klaslokalen en dat had op meer manieren impact dan ze zelf hadden gedacht...

Fondsenwerven

Mare: ‘Om fondsen te werven voor de reis hebben we veel verschillende acties gedaan, van kerstbomen verkopen tot frituren bij het dorpsfeest. Het kostte minder moeite dan ik dacht.’

Michiel: ‘De actie die mij het meest is bijgebleven is onze sponsorloop op een grote basisschool. We hebben in alle klassen presentaties gegeven over ons project. Uiteindelijk leverde die actie ons zo’n €16.500 op, de helft van ons doelbedrag.’

Op reis

Michiel: ‘En toen gingen we op reis. We kwamen ’s avonds aan in Lusaka. We sliepen in een hostel en de volgende dag gingen we in busjes richting Twatasha. Onderweg zagen we een mooie zonsopkomst. Heel bijzonder om uit het raam te kijken en dan Zambia te zien.’

Mare: ‘Dat was echt een besefmoment. “We zijn er”.’

Michiel: ‘Toen we aankwamen, stonden de mensen op ons te wachten. Er was muziek en er werd gedanst.’ 

Mare: ‘We waren een beetje overdonderd, maar de mensen waren heel enthousiast.’

Bouwen

Mare: ‘We bouwden een gebouw met drie klaslokalen. Er was al één gebouw, daar sliepen we in. Dat was te klein voor de school, er waren ontzettend veel leerlingen en die pasten lang niet allemaal in het gebouw. Na drie weken zat het dak erop. Toen we kwamen stond er vrijwel niets, toen we weggingen stond er een compleet gebouw waar de kinderen les in konden krijgen.’

Michiel: ‘Ondertussen leerden we Bemba, de lokale taal. We maakten geen cement, maar “daga”.’

Mare: ‘Ik vond het bouwen ontzettend leuk. Het is fysiek werk, maar ondertussen ga je in gesprek met de lokale mensen. De Zambianen leerden ons hoe het moest.’

Twatasha

Mare: ‘Alles was vlak bij elkaar. Ons slaapgebouw, de keuken, de kerk, het voetbalveld, de school… alles binnen 100 meter.’ 

Michiel: ‘We waren overal welkom. Bij de Zambia-express moesten we opdrachten uitvoeren, zoals “leer een lokale dans”. Toen de tolk dat vertaalde vonden de mensen uit Twatasha dat geweldig.’

Mare: ‘We hadden een spelletjesavond met de Zambianen. Dammen, schaken, kaartspelletjes… Niet iedereen sprak even goed Engels, maar door spelletjes te spelen communiceerden we toch met elkaar.’

Ontroerende ontmoeting

Michiel: ‘Een ontmoeting die me bijblijft is met een vrouw van een jaar of dertig. Ze zat alleen met een kind van een jaar of vier in huis. Haar man was een week eerder overleden. Ze had geen inkomsten meer. Veel mensen die we tegenkwamen waren blij, maar deze realiteit is er ook. Niets is vanzelfsprekend. Dat maakt me dankbaar voor de situatie waar ik zelf in zit.’

Mare: ‘Mensen in Zambia zijn een stuk minder materialistisch dan wij. Ze leven in kleinere huizen met minder spullen. Toch zijn ze soms stukken gelukkiger dan wij. Ik besefte dat ik vrienden en familie heb, dat ik daar gelukkig mee mag zijn en spullen minder moeten uitmaken. Sinds de reis denk ik vaker “Ik heb eigenlijk wel genoeg, ik hoef niet meer te hebben”.’

Onverwachte impact

Mare: ‘Net voor de reis zochten we elkaar als groep een keer op. Toen kwam ik bij Michiel in de auto terecht.’

Michiel: ‘En in het vliegtuig lag iedereen te slapen, behalve wij. Toen hebben we de hele nacht gepraat. En nu zitten we hier als stel.’

Niets te verliezen

Michiel: ‘Als je twijfelt of je mee zult gaan, praat dan met iemand die al is gegaan. Ik ken alleen maar mensen die er positief over zijn.’

Mare: ‘Een project kost je een stuk van je vakantie, maar het levert je vrienden voor het leven op. Je ziet iets van de wereld en leert jezelf kennen. Je hebt niets te verliezen’.