'Ik had nooit verwacht dat er mensen naar me om zouden zien'

Salma Hassan is 36 jaar, gehandicapt en woont in Tanzania in Handeni, het gebied waar World Servants samen met Dorcas bouwt aan woningen voor de allerarmsten. Ook Salma en haar vijf kinderen kregen in 2010 een nieuw huis. Sindsdien is haar leven op veel punten veranderd.

‘Mijn benen zijn vergroeid. Daarom kan ik niet lopen’, vertelt de 36-jarige Salma, terwijl ze op de veranda van haar nieuwe huis zit. ‘Door mijn handicap kan ik geen kant op. Eerder moest ik mezelf maar zien te redden.’ De mensen uit het dorp hielpen haar niet, vanwege haar handicap, bang om het ook te krijgen. Ook de man van Salma liet haar daarom in de steek. Nog steeds is ze daar verdrietig over. Ze zegt: ‘Daar zat ik dan met vijf kleine kinderen, in een klein huisje van gras en takken. Door de harde regen was het huis ingestort. Daardoor raakte ik dakloos en wist ik niet waar ik heen moest. Ik had geen mogelijkheden om een nieuw huis te bouwen. Wat voelde ik me in die tijd vernederd door de mensen uit het dorp. Ik was regelmatig bang.’

In 2010 kwam een World Servants-groep om in het dorp van Salma mee te bouwen aan nieuwe huizen. ‘Ik ben er enorm blij mee’, glimlacht Salma. ‘Nu heb ik een plek voor mezelf. De kinderen hebben de ruimte en het huis beschermt me tegen de regen en tegen de warme zon. Ik heb een vaste plek om te wonen. Het heeft me meer zelfvertrouwen en rust gegeven.’

Maar, Salma wil benadrukken dat er ook veel veranderd is door de komst van de groep Nederlanders. ‘Ik had nooit verwacht dat blanke mensen naar me toe zouden komen en naar me om zouden zien. Dat ze zo’n lange reis voor mij overhebben, dat is heel bijzonder.’ Verder zag Salma ook dat de jonge Nederlanders goed met elkaar konden samenwerken en veel plezier met elkaar hadden. Salma: ‘Iedereen in het dorp heeft het er nog wel eens over. Wij gaan nu ook vriendelijker met elkaar om.’

Kapster
Tegenwoordig zit Salma niet meer in haar eentje, maar komen er veel mensen bij haar langs. Dit heeft ook te maken met de groep Nederlanders. Salma vertelt: ‘Een paar meisjes uit de groep wilden graag vlechtjes in hun haar. De coördinator kwam langs om te vragen wie dat kon. Ik heb dat vroeger geleerd en heb toen de haren van de Nederlandse meisjes gevlochten. De mensen uit het dorp zagen dat en spraken erover. Ze vonden het ongelofelijk dat ik, een gehandicapte vrouw, dat kon. En, het allermooiste is dat er nu regelmatig vrouwen uit de omgeving komen om hun haren door mij te laten vlechten. Daar verdien ik nu wat geld mee om mijn kinderen eten te kunnen geven.’ En, Salma heeft nog meer plannen: ‘Mijn droom is om nog meer technieken te leren en verder te groeien als kapster’.

Wij gaan nu ook vriendelijker met elkaar om