Dankzij bamboefietsen het verschil kunnen maken

In 2008 en 2010 ging Douwe de Jong met World Servants mee naar India en Malawi. Deze projecten gaven hem een droom: ontwikkelingsgebieden structureel helpen in het voorzien van hun basisbehoeftes en de vicieuze cirkel van scholing, werken en eten te doorbreken. Nu werkt hij bij het bijzondere en mooie bedrijf my Boo. Zij maken samen met de lokale bevolking uit Ghana bamboefietsen.

In 2007 maakte Douwe de Jong voor de eerste keer kennis met World Servants doordat een klasgenoot van hem het jaar ervoor met een World Servants project mee was geweest. Hij vertelde over zijn project en maakt hiermee Douwe enthousiast. Na de verhalen gehoord te hebben, hoefde hij niet lang na te denken. Enkele weken later had hij zich opgegeven voor een project naar Siddakatte in India in de zomer van 2008 (IN108). Douwe was toen 20 jaar oud en wat hem voornamelijk motiveerde om de reis te maken was het bouwen van de tweede verdieping op de school en de cultuur van India beter leren kennen. Zoals Douwe zelf zegt: “Ik hoopte met World Servants wat meer diepgang in de cultuur te krijgen.  Ik had vragen als ‘Hoe leven de mensen echt?’ ‘Waar houden ze zich mee bezig?’ en ‘Hoe kijken ze tegen de wereld aan?’”. 

Wat hij daar mee maakte ging, volgens hem, nog veel dieper. Het leven bleek daar niet zo rooskleurig. De Indiase mensen hadden weinig geld. De kinderen kregen op school eten omdat een groot deel dit thuis niet kreeg. Als ze het op school ook niet zouden krijgen ging hun leervermogen enorm achteruit. Het was voor hen dan ook geen luxe maar pure noodzaak dat wij als World Servants groep hen kwamen helpen.

“Na het project in 2008 was ik dan ook zeer onder de indruk en heb ik me enkele weken afgezonderd om te verwerken. Mijn kijk op de wereld was veranderd. Dingen die in Nederland zo vanzelfsprekend zijn bleken dat in sommige andere landen blijkbaar niet te zijn. Zoals bijvoorbeeld scholing en iedere dag voldoende eten.”

In 2009 besloot hij om zich weer op te gegeven om een project te doen in de zomer van 2010. Dit keer ging hij naar Mafumphizi in Malawi. Zijn belangrijkste motivatie was dat hij  graag wilde helpen om het leven voor de mensen in dit dorp beter te maken. Het project was nog velen malen intenser dan het project in India voor zijn gevoel. Waar er in India alleen geholpen werd door lokale bouwvakkers was er in Malawi een hele gemeenschap die hielp met de bouw. Tijdens de bouw hadden had Douwe veel gesprekken over het leven in Nederland en het leven in Malawi met de lokale bevolking.  Hierdoor leerde hij veel en kreeg nieuwe inzichten. Douwe: “Wat bleek was dat de Malawianen scholing en eten een van de belangrijkste dingen vonden die er waren. Wat in Nederland vaak als heel gewoon gevonden wordt is daar dus wederom niet het geval. Het probleem daar was dat de ouders de kinderen vaak nodig hadden op het land en de kinderen hierdoor geen scholing kregen. Als de kinderen niet op het land hielpen hadden ze geen eten. Als ze wel op het land hielpen zou hun toekomst niet beter worden dan die van hun ouders. Dit met veel ziektes, hoge kindersterfte, weinig voedsel en niet schoon drinkwater. Een enorme vicieuze cirkel dus!”

Douwe heeft meerdere ouders gesproken en hun droom was dat hun kinderen naar school konden gaan en een beter leven zouden krijgen dan dat zij hebben. Hiervoor was een school en geld nodig, voor eten en schoolgeld. Sommigen hadden dit geld niet en daarnaast stond de oude school op instorten aangezien deze was aangevreten door termieten. En zo ontstond er een droom bij Douwe: “Het project was enorm indrukwekkend en heeft bij mij de wens achtergelaten om een ontwikkelingsgebied structureel te helpen in het voorzien van hun basisbehoeftes en de vicieuze cirkel van scholing, werken en eten te doorbreken. World Servants geeft ontwikkelingsgebieden niet zozeer geld dat na enkele jaren op is. Maar het geeft ze middelen om hen te voorzien in een betere toekomst. Dit is ook het doel van mij geworden.”

In 2010 is Douwe afgestudeerd in HBO Werktuigbouwkunde en na enkele jaren werkzaam te zijn geweest in deze sector is hij op onderzoek uit gegaan. Onderzoek naar hoe hij voor zichzelf kon starten en daarnaast een ontwikkelingsgebied structureel kon helpen. Uiteindelijk kwam het bedrijf my Boo in Duitsland op zijn pad. My Boo hebben bamboe fietsen ontworpen die gemaakt worden door het Yonso project in het dorp Yonso in Ghana. Dit dorp hebben zij geselecteerd omdat de werkloosheid hier hoog was. Samen met hen worden de bamboe fietsen ontwikkeld. Naast dat ze in Ghana goed verdienen op deze fietsen heeft my Boo besloten om de economie in deze regio nog verder te willen helpen. Per verkochte fiets geven ze een studiebeurs aan het Ghanees schoolkind. Ook bieden ze microkredieten aan Ghanese vrouwen zodat ze hun eigen bedrijfje kunnen starten en geven ze geld aan de lokale school en bibliotheek zodat de kinderen ook kunnen studeren.

Maar terug naar het World Servants project. Van welke betekenis is dat geweest? Douwe: “World Servants heeft ervoor gezorgd dat ik niet een bedrijf ben gestart om geld te verdienen. Ik ben een bedrijf gestart om mijn steentje bij te dragen in het verbeteren van de wereld. Met de verkoop van de bamboe fietsen wordt de natuur zo min mogelijk geschaad. Daarnaast wordt een regio in Ghana erdoor geholpen.”

 

World Servants heeft ervoor gezorgd dat ik niet een bedrijf ben gestart om geld te verdienen

Douwe de Jong