Het aangrijpende verhaal van Foster

Storytelling van 4 november 2022


Foster Phiri is 15 jaar. Een ingrijpende gebeurtenis vorig jaar heeft zijn leven op z'n kop gezet. Ook naar school gaan is daardoor anders geworden.

‘Ik ben Foster Phiri, ik ben 15 jaar oud. Ik zou nu in grade 8 moeten zitten, maar ik volg meestal de lessen in grade 7 hier op school. Ik heb grade 7 al afgerond, maar er is hier geen grade 8 en het lukt me niet om ver te reizen naar de school waar wel een grade 8 is. Ik mis namelijk mijn rechteronderbeen.

Toen ik vorig jaar maart met vrienden ging vissen bij de rivier hier vlakbij, viel een krokodil me aan. Gelukkig heb ik het overleefd, maar mijn been moest geamputeerd worden boven de knie. Van 15 maart tot 19 april 2022 heb ik in het District Hospital in Kasungu gelegen. Ik heb nu een prothese, dus ik kan wel weer lopen. Toch is het leven niet meer hetzelfde; ik kan de dingen niet meer zo doen als in het verleden.

Spelen met vrienden is voor altijd anders, met spelen kan ik vaak niet meedoen. Vroeger speelden we voetbal, daar kan ik nu niet meer aan meedoen. En ik kan ook geen lange afstanden meer lopen. Toch zijn m’n vrienden gewoon nog m’n vrienden, dat is niet veranderd. Ik ben blij dat ze gewoon bij me zijn gebleven. Sowieso zijn alle mensen er voor me, iedereen support me. Dat is fijn.

Ik kijk niet neer op mezelf, ik weet dat ik nog steeds heel veel kan. Ik heb dezelfde kwaliteiten en mogelijkheden als andere mensen, ook nu ik mijn been mis. Op school kan ik prima meekomen, maar lange afstanden afleggen lukt me niet. Als grade 8 hier was geweest, dan zou ik het zeker halen. Maar nu kan ik er niet komen. Op de fiets zou het wel lukken, maar de fiets die ik heb trapt te zwaar. Ik zou een fiets willen hebben die lichter trapt, dan kan ik naar grade 8.

Later wil ik dokter worden. Of iets anders in het ziekenhuis. En dat is niet veranderd na vorig jaar. Het is heel vervelend, maar uiteindelijk is het gewoon een been. Mijn wensen zijn daardoor niet veranderd en ik denk nog steeds dat ik dokter kan worden. En mijn tijd in het ziekenhuis vorig jaar heeft me alleen maar geïnspireerd om medisch werk te gaan doen. De manier waarop ze me er hielpen vond ik heel mooi. Ik weet nu beter wat voor dokter ik zou willen worden, bijvoorbeeld een chirurg die gespecialiseerd is in botten.

Als het me lukt om te gaan studeren, dan wil ik daarna weer hier in de buurt gaan wonen, zodat ik in het levensonderhoud van mijn familie kan gaan voorzien. En ik hoop dat het werk wat ik dan doe ook anderen weer zal motiveren. Ik hoop echt dat het me lukt om in het ziekenhuis te gaan werken. Als dat niet lukt, dan wil ik in een bank werken of in de zakenwereld.

Ik herinner me de tijd dat de World Servants-groep hier was goed. Toen in 2018 kon ik nog voetballen en dat hebben we heel veel gedaan met de Nederlanders. Ze hebben ons ook dingen geleerd en we hebben veel spelletjes van en aan ze geleerd. Dat was heel leuk.’