ZA215 | Vliegende start in Malabi

Geplaatst op 8 jul 2015 - 15:19

Peter, de hoofdleider van het project in Malabi, vertelt over de eerste dagen in Zambia. De groep heeft het goed! 

Maandagochtend. De wekker gaat niet: de accu van de telefoon die als wekker zou dienen is uitgevallen. Er is geen elektriciteit, dus de wekker kan niet worden opgeladen. Iets te laat verschijnen we hierdoor aan het ontbijt, maar omdat iedereen staat te trappelen om te beginnen met bouwen kunnen we weer inlopen op de Nederlandse planning. Nadat de rijstepap en brood naar binnen is gewerkt was het eerst nog tijd voor het eerste GMG (Goedemorgengesprek): in kleine groepjes werden de eerste indrukken besproken.

Nadat iedereen zijn hart heeft gelucht krijgen we nog een veiligheidsinstructie van technisch staflid Wouter, waarna we ons als groep naar de bouwplaats begeven: zo'n 300 meter lopen van de school waar we slapen. Daar kijken we even rustig rond, terwijl wat belangrijke mensen uit de regio zich melden. Er volgt een korte maar krachtige openingsceremonie, waar we welkom worden geheten door de hoogwaardigheidsbekleders uit Malabi en het district. Eindelijk kunnen we dan aan de slag!

Er wordt direct een lijn gevormd om stenen door te geven: deze liggen namelijk zo'n 50 meter van de kliniek en de verpleegsterswoning waar we aan de slag gaan. Al snel meldt de locale bevolking zich ook: waar deze gisteren bij onze aankomst in Malabi nog bijna nergens leek te bespeuren, werd het drukker en drukker. Op een gegeven moment waren we met zo'n 100 mannen en vrouwen aan het werk. Er zijn zelfs vrouwen bij die gewoon een baby op hun rug hebben, terwijl ze stenen meebouwen! Tijdens het stenen doorgeven of het metselen werden gesprekjes aangeknoopt met de Zambianen. Zo kunnen we nu vragen hoe het met iedereen gaat in het Bemba: Muli shani? Bieno! Deze groet is dan ook veelvuldig te horen op de bouw en rond ons eigen kampement.

Zodra de Nederlanders een liedje inzetten, beginnen de Zambianen hard te lachen. Als we ze vervolgens uitdagen om zelf een liedje te zingen, reageren ze nog een beetje verlegen. Zodra we weer in het Engels proberen contact te maken of Bemba woordjes napraten, schateren ze het echter weer uit. Helemaal als ze Nederlandse vrouwen met een emmer op hun hoofd water zien halen. Als dan tot slot ook nog een Nederlandse man langsloopt met een wateremmer op zijn hoofd, wordt het werk even stilgelegd. Dit hebben ze nog nooit gezien: een man die deze vrouwentaak uitvoert!

Ondanks dit soort korte onderbrekingen gaat het werk enorm hard, met zoveel mensen op de bouw. Na een dag werken zijn sommige muren al tot bovenkant deurkozijn opgemetseld. Vandaag, op de derde bouwdag, zijn we al bezig met het storten van de eerste lateien boven de deuren en ramen. De doelstelling om het dak op het gebouw te krijgen lijkt makkelijk te gaan lukken. Misschien is het zelfs mogelijk om de gebouwen helemaal klaar op te leveren, inclusief stucwerk en muurschilderingen. We gaan wel zien of dat lukt.

Na elke bouwdag zit iedereen onder het stof. Het is dus geen overbodige luxe om jezelf even te wassen. Omdat er slechts twee douches zijn, ontstaan er lange wachtrijen. Niet iedereen kan zich voor het eten wassen. Na het eten (18:00-18:45) is het buiten echter al helemaal donker, en daarmee ook weer koud. Desondanks is het geen straf om onder deze omstandigheden te douchen, want Zambia kent een schitterende sterrenhemel, waar de melkweg heel helder zichtbaar is. Ook zijn er al diverse vallende sterren gespot.   

Dinsdag verliet een groepje Nederlanders de bouw vroegtijdig, want het was tijd voor kinderwerk! Deze dag was nog een officiele vrije dag op school, waardoor er in het begin maar 30 kinderen waren. Tijdens het programma groeide dit aantal wel naar zo'n 70 kinderen, maar vandaag, nu de scholen weer begonnen zijn, kan het aantal kinderen weleens hard oplopen: er gaan 580 kinderen naar de school in Malabi! Omdat dit toch wel erg veel is, hebben we afgesproken dat elke dag een paar klassen mogen meedoen aan de spelletjes, het Bijbelverhaal en de liedjes. Het is dus nog een beetje afwachten hoeveel kinderen er gaan meedoen, maar een ding is zeker: ze zijn super enthousiast en hangen na het bouwen al rond onze verblijfplaats om verder te spelen en liedjes te zingen!

Omdat het werk zo hard gaat, is er ook veel ruimte voor culturele uitstapjes. De helft van de groep loopt nu bijvoorbeeld rond op een bananenplantage, de andere helft volgt vrijdag. Verder staan er nog diverse leuke uitstapjes te wachten, zoals fietsen door het dorp, bezoeken van oude projecten van World Servants, een traditionele dansworkshop en nog veel meer... Omdat een deel nog een verrassing is voor de deelnemers zullen we hier ook nog niet alles verklappen.

Alle deelnemers hebben het enorm naar hun zin. Het eten is heel lekker en afwisselend (rijst met kip, aardappels met tomaat, pasta met sla, witte bonen in tomatensaus, brood, rijstepap, ei met gefrituurde rijstbal enzovoorts). Hier en daar heeft men wat spierpijn vanwege het cement scheppen en het doorgeven van de toch wel zware stenen, maar dit mag de sfeer niet drukken. Iedereen is opgewekt en is vol goede moed aan het bouwen. Kortom: we gaan nog twee mooie weken in Malabi tegemoet!

De bouwprojecten van World Servants bieden jongeren de kans om mee te bouwen aan verandering. Hun inzet tijdens een werkvakantie laat praktisch zien wat de kracht van dienen is. Door samen met een lokale gemeenschap te werken aan een ontwikkelingsproject van een lokale ontwikkelingsorganisatie, veranderen niet alleen de levensomstandigheden voor de hele gemeenschap, maar veranderen ook de jongeren zelf.

In veel Nederlandse kerken is een World Servants-project onderdeel van het jongerenwerk van de kerk. Diaconaat en jeugdwerk lopen zo naadloos in elkaar over en een hele gemeente komt in beweging rond het project. Werkvakanties hebben daardoor een blijvende impact, zowel in Afrika, Azië of Latijns-Amerika als in Nederland.