Dagboekverhaal | Aankomst in Saboba (met foto's uit '96)

Geplaatst op 11 aug 2020 - 14:41

Opeens waren we er. We schrokken allemaal wakker, want we waren een beetje moe van het zwaaien. Alhoewel we de techniek al aardig onder de knie kregen. We reden gelijk het dorp in, waar we ons moesten 'melden' bij de Chief...

Lees mee met het dagboekverhaal uit 1996, een inkijkje in het project in Ghana op maandag 29 juli.

Na veel onzekerheden en mysteries over de reisplanning waren we inmiddels beland in ons stapelbedje in Tamale. We hebben daar allemaal voor het laatst in een echt bed geslapen. (Voor de geïnteresseerden we hebben inmiddels onze ruzie bijgelegd. Martiene B. is er overheen dat Martine D. niet met haar de kamer wilde delen). Met nieuwe energie en frisse moed van het culinaire ontbijt stapten we in de bus. De busreis zou ongeveer 4 á 5 jaar duren. En dat was meer dan genoeg voor ons. Kilometers asfalt volgden en later kwamen er steeds meer kuilen en gaten in de weg. Toen wisten we gelijk dat we steeds dichterbij Saboba kwamen.

Opeens waren we er. We schrokken allemaal wakker, want we waren een beetje moe van het zwaaien. Alhoewel we de techniek al aardig onder de knie kregen. We reden gelijk het dorp in, waar we ons moesten 'melden' bij de Chief. Omdat we in de veronderstelling waren dat we de Chief nog wel eens zouden zien, namen we ons fototoestel niet mee. Maar die gedachte bleek een beetje hoogmoedig, dus nu hebben we geen foto van de Chief. Het sfeertje bij de Chief was een beetje vreemd. Niemand durfde naar de Chief te kijken (maar we deden het stiekem toch), JP kreeg de eer om z'n hand te schudden waar hij werd begeleid door een wijze spreuk over de aap en het stokje (??). Na deze indringende ervaring werden we naar het scholencomplex gebracht, alwaar wij geacht werden de komende twee weken te overnachten. De eerste schok waren de 'matrassen'. De 2e schok en tevens de grootste waren de weerzinwekkende-afstotelijke-na drie keer zagen we de maden niet meer- wc. Eehhh.....wc??? Drie hokjes met elk een duo gat. Tussendoor hebben we de werkplaats even gezien. We gaan verder bouwen aan een artsenwoning en een operatiezaal, die de Ghanzen steeds 'the Theatre' noemen. Dat zegt tevens genoeg over de chirurgische kwaliteiten.

Na een gevecht met klamboe, matras en tas hebben we een hapje gegeten, de lekkerste maaltijd van het zuidelijk halfrond, als je het ons vraagt. We aten onze buikjes dus rond en nadat we over de schrik van de slang heen waren, hebben we ons bedje opgezocht. (Tevens de enige slang die in twee weken is gesignaleerd). We gingen slapen met ons hoofdje vol wilde en spannende verwachtingen over het werk wat de volgende dag zou volgen. In volledige onschuld en onwetendheid over 'the killing fields'. *Al snel kreeg de bouwplaats deze bijnaam, omdat er op de bouwplaats zwaar werk verricht werd met hoge temperaturen zonder schaduw.   

 

Het was qua werkzaamheden een zwaar project, maar met de sfeer en humor zat het wel goed zoals hierboven gelezen kan worden. Het zweten is het allemaal waard gebleken, er worden nog altijd meer dan 1.000 operaties per jaar verricht in de operatiezaal die gebouwd is door deze groep. En dat nu al voor bijna 25 jaar lang. 

 


 

De bouwprojecten van World Servants bieden jongeren de kans om mee te bouwen aan verandering. Hun inzet tijdens een werkvakantie laat praktisch zien wat de kracht van dienen is. Door samen met een lokale gemeenschap te werken aan een ontwikkelingsproject van een lokale ontwikkelingsorganisatie, veranderen niet alleen de levensomstandigheden voor de hele gemeenschap, maar veranderen ook de jongeren zelf.

In veel Nederlandse kerken is een World Servants-project onderdeel van het jongerenwerk van de kerk. Diaconaat en jeugdwerk lopen zo naadloos in elkaar over en een hele gemeente komt in beweging rond het project. Werkvakanties hebben daardoor een blijvende impact, zowel in Afrika, Azië of Latijns-Amerika als in Nederland.