GH219 | Nederlanders integreren in Ghanese gemeenschap

Geplaatst op 21 feb 2019 - 20:23

Iedereen voelt zich intussen echt thuis op Ghanese bodem.

Zo, update 2! Inmiddels functioneert onze groep als een echte Stanislasfamilie, op onze compound hebben we echt een mini-samenleving gecreëerd. Iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt en iedereen doet ook echt lekker zijn of haar ding. We zijn ontzettend trots op elkaar als groep.

We beginnen ook echt al goed te integreren; de gebakken banaan zit in onze buikjes en water halen met een emmer op je hoofd? Geen probleem! Daar draaien wij onze hand niet voor om.

Afgelopen dinsdag was een mooie dag op de bouw. De bekisting voor de lokalen werd gemaakt en er werd voor het eerst beton gestort. Wanneer we beton storten, maken we twee mooie rijtjes waarbij de ene rij volle emmers doorgeeft en de andere rij lege emmers terugbrengt. Het loopt daadwerkelijk gesmeerd. Daarbij maken we steeds meer contact met de Ghanese bouwvakkers; zij staan steeds meer open voor ons en wij voor hen.

In de tussentijd werden op de compound de parelhoenen ‘bevrijd’ uit hun doos. Monica en Debra, van onze keuken, zorgden er samen voor dat we konden genieten van overheerlijke geuren. Daphne maakte ondertussen met Jan en Stephen een overzicht van de culturele activiteiten die we zouden kunnen gaan doen. Vlak voor de lunch hadden we internet en konden we ein-de-lijk onze post lezen! We waren zo nieuwsgierig. Bij het voorlezen van alle berichtjes werd er gelachen, gehuild en gebaald om voetbal- of hockeyuitslagen (Tjebbe is nog steeds van streek van de eigen goal van Feyenoord). Er werd ook gejuicht om behaalde schoolresultaten!

Toen we nog even zaten na te genieten van alle lieve berichten (blijf dit trouwens vooral doen! Het geeft ons een hoop energie. Vergeten jullie de mensen die nog niets hebben ontvangen niet?), werden we verrast door een bezoekje van de slager. Er is trouwens nog steeds discussie over onze geit. Doordat hij (ja, het is een hij. Dat hebben we duidelijk kunnen constateren) enige dagen in zijn hokje heeft vertoefd, begonnen we toch wel enigszins aan hem te hechten. Hij had dan ook een naam gekregen: Gerrie. Anderen beweren dat hij Billy heet en er zijn nog steeds verhitte discussies over dit onderwerp. Gerrie de Geit allitereert zo lekker, dus tja…we zagen trouwens tussen de post de vraag zitten of we goed voor onze geit zorgden. Jazeker, zorgden.

Velen van ons wilden graag weten hoe het slachten in zijn werk zou gaan en laten we zeggen: het was bijzonder en een hele ervaring zo buiten onder de boom op lege betonzakken. Met een beetje een dubbel gevoel zaten we ’s avonds aan ons maaltje. Iris en Laurien hebben in de keuken geholpen met de voorbereidingen van het maal en we moeten ook echt zeggen: het was héérlijk! Na afloop hebben we Monica, Debra, Iris en Laurien uitgebreid bedankt door ons ‘Thank you very kindly for this good food’ ten gehore te brengen. Want hé, wie eet er nu dagelijks parelhoen gecombineerd met Ghanese gemasseerde geit en wortel, knoflook en ui op een bedje van rijst?

Na het diner mochten we bij Benjamin, onze penningmeester, onze euro’s inleveren, want we hadden te horen gekregen dat er binnenkort iemand bij ons langskomt van wie we kleding kunnen kopen. Jan en Stephen zouden de euro’s omwisselen voor cedi’s. ’s Avonds stond de Q&A met Stephen op het programma en we mochten hem dus het hemd van het lijf vragen over zijn projecten en bijvoorbeeld de chief met al zijn (een stuk of 23?) vrouwen.  

De volgende dag had Lucas de dagleiding en deze man had geluk: hij mocht onze deelnemers verwennen. Zo werd er met pannenkoeken ontbeten en Lucas gaf nét dat extra stukje service door ze ook nog eens persoonlijk op ons bord te leggen. Toen de grootste groep zich naar de bouwplaats begaf, is Iris (T.) bezig geweest met het maken van de ‘postvakjes’. Manal en Sterre hielpen met het schrijven van de enveloppen en nu kunnen we kleine kaartjes met complimentjes of een lieve boodschap aan elkaar sturen. Ondertussen kwam er een groepje Ghanese vrouwen langs om onze vieze kleding even door het schone water te sleuren. Ook kwam de directrice van de school langs om Lauranne, Marit, Wouter, Sven, Jaimie en Sten mee te nemen naar de rivier. Deze 6 deelnemers wilden dolgraag traditioneel water halen. Onderweg werden met name de mannen door de Ghanese bevolking uitgelachen, want hé: mannen horen helemaal geen water te dragen. Wij moeten ze meegeven: het ging ze alle zes hartstikke goed af.

Na het harde werken op de bouwplaats konden we met de overgebleven pannenkoeken lunchen! Na de lunch was het weer tijd voor het kinderwerk en met de kinderen werd er gesproken over Nederland, gedanst en gezongen en papieren walvissen gevouwen. De Ghanese kinderen liepen vol trots rond met de kralenkettingen die ze die dag ervoor met ons hadden gemaakt. Overigens werd onze eigen Collin nog even uitgelachen door Cees, want de eigenwijs had op slippers gelopen en was daarmee in een stuk riet gestapt.

Woensdag was het trouwens aan Lillian en Jolet de beurt om te koken en we hadden écht een feestmaal: frietjes (wel op zijn Ghanees) met cowlsla en restjes vlees, onze Gerrie/Billy dus, van gisteren. We zouden iedere dag wel willen dat Lucas de leider is! Wat regelt hij dit fantastisch voor ons. ’s Avonds was er trouwens ruimte en tijd voor een wandelingetje buiten de compound. We hadden zin in een overheerlijk colaatje, dus hop: op naar een winkeltje. Even een koud drankje ging er wel in. Verder verliep het op de bouw trouwens prima; we liggen goed op schema. Het was wel een rustige dag, maar er is in ieder geval onder andere aan de ringbalken gewerkt en ook is al er geverfd.

Op het moment van schrijven wordt er weer hard gewerkt in de zon. Benjamin voelt zich volop jarig en Cees wordt door de groep inmiddels bestempeld als Duracell Cees. Ons medisch leider heeft zó veel energie en rent nog drie rondjes over de bouwplaats wanneer de rest zich al puffend richting de compound begeeft. Onze kokkinnen zijn nu druk bezig met het klaarmaken van de koffie en thee.

De bouwprojecten van World Servants bieden jongeren de kans om mee te bouwen aan verandering. Hun inzet tijdens een werkvakantie laat praktisch zien wat de kracht van dienen is. Door samen met een lokale gemeenschap te werken aan een ontwikkelingsproject van een lokale ontwikkelingsorganisatie, veranderen niet alleen de levensomstandigheden voor de hele gemeenschap, maar veranderen ook de jongeren zelf.

In veel Nederlandse kerken is een World Servants-project onderdeel van het jongerenwerk van de kerk. Diaconaat en jeugdwerk lopen zo naadloos in elkaar over en een hele gemeente komt in beweging rond het project. Werkvakanties hebben daardoor een blijvende impact, zowel in Afrika, Azië of Latijns-Amerika als in Nederland.