ZA123 | "Goodmorning, this is your wake-up call"

Geplaatst op 14 jul 2023 - 14:53

Na flink wat obstakels is de groep eindelijk aangekomen op de plek van bestemming, maar de reis er naartoe was al een heel avontuur. Lees hier meer over in deze lange update.

Dag 3 - maandag 10 juli

Na een nacht in het hotel in Kigali werden wij om 5:00 wakker gebeld door het vriendelijke hotelpersoneel. Veel mensen namen op met een wat chagrijnige “goeiemoguh” maar het werd al snel duidelijk dat het deze keer geen prankcall van de mededeelnemers was, maar een aardige “Goodmorning, this is your wake-up call”. We zijn snel gaan ontbijten, maar nog geen 3 happen later waren de busjes die ons naar het vliegveld zouden brengen er al. We verdeelden ons over 3 bussen en onderweg naar het vliegtuig had 1 daarvan de pech dat ze door strenge douane moesten. Ze zijn zelfs gecontroleerd met drugshonden.

Een tijdje later was niet iedereen even wakker, want er werd een opmerking gemaakt: “Mijn tas zit echt BOMvol”, niet zo handig bij de security. Maar we zijn er gelukkig doorheen gekomen. Om 9:15 konden we dan echt gaan boarden. We reden met een busje langs wat vliegtuigen die er aardig twijfelachtig uitzagen, maar gelukkig stopten we bij een meer acceptabele soort. De vlucht van 2 uur was af en toe wat turbulent maar hierna waren we dan ook echt aangekomen in Lusaka, Zambia. We werden hartelijk ontvangen door Eddy en Marijke die hier al een dag eerder waren aangekomen, en door Moffat en zijn nieuwe rechterhand Austin. We moesten wel even wachten op hun aankomst maar wat wij altijd zeggen: “Wij hebben de klok, zij hebben de tijd.”

Daar gingen we dan, eindelijk met de complete groep in een echte Zambiaanse bus. Dit was er een met een verroeste aanhanger, piepende bagagerekken, gebroken spiegels en een koppeling die het af en toe moeilijk had. Moffat zorgde er gelukkig voor dat we veilig aankwamen bij de accommodatie. Hier verdeelden we de kamers en maakten we ons klaar voor een rondje Lusaka. Door een flinke file duurde dit rondje wat lang, maar het mocht de pret niet drukken want onderweg keken we onze ogen uit naar de grote verschillen in dit land. Zo zagen we het verschil tussen arm en rijk erg goed en zelfs de rijken in deze stad zijn voor onze standaarden nog best arm. Verder lopen mensen midden op straat tussen alle auto’s door, vooral fruit te verkopen. Ook werd vlees midden op straat open en bloot verkocht en heeft iedereen zijn eigen bedrijfje. Een echte culture shock.
Nadat we onze reisleider Moffat hadden overgehaald een rondje te gaan lopen door de hoofdstad hebben we heel wat meegemaakt. We voelden ons net beroemdheden met de manier waarop de inwoners ons nakeken en toeriepen. Sommigen dachten zelfs dat we het voetbalelftal van Manchester waren. 3 Bijna huwelijksaanzoeken bij de dames en vele malen “Hey, how you doin’?” later zijn we weer teruggekeerd naar de accommodatie, waar we weer heerlijk hebben gegeten. Echt veel smaak in het Afrikaanse eten😉. Toen zijn we weer op tijd naar bed gegaan want de wekker stond alweer om 3:30 voor de volgende dag, de lange busreis.

We hopen dat het met alle thuisfronten ook goed gaat! We missen jullie al wel een beetje maar hebben het verder heel erg naar ons zin.

Dag 4 - dinsdag 11 juli

Het is half 4 's ochtends als er wordt geklopt op de deur. We moesten eruit dus iedereen pakte met frisse tegenzin de tas in en verplaatste zich naar de bus. Het plan is om om 4 uur te gaan rijden, maar zoals de Afrikaanse cultuur dat ons heeft geleerd werd het een uurtje later.
Na een aantal uur rijden zagen we een mooie zon opkomen. De eerste twee uur verliepen voorspoedig, totdat de rust werd verstoord door hevig geschreeuw: “Stop! Stop the bus, we lost something!”. Tot onze verbazing zagen we het achterwiel van de aanhanger ons aan de linker kant verlaten, we waren gestrand langs de weg rond Rufunsa. De locals kwamen aangesneld vanuit hun huisjes en waren direct bereid ons te helpen. De oorzaak van dit verlies was het losraken van alle 5 de bouten door de ruige Zambiaanse wegen. Austin ging al liftend opweg naar een dorpje om nieuwe moertjes te halen. In de tussentijd werd de tijd gedood door een potje voetbal. Na het voetballen raakten we met de Zambiaanse bevolking aan de praat en vertelde ‘Peta’ dat hij muziek maakte onder de naam ‘Smooth J R A’. Link naar zijn pagina volgt zodra we terug in Nederland zijn. We luisteren naar zijn muziek tot er opeens een vrachtwagen naast ons tot stilstand kwam waar Austin uit sprong. Hij heeft twee moertjes gevonden, de rest hebben we met de andere locals weten te vergaren en uiteindelijk gingen we weer op pad met 10 goed vastgedraaide moertjes. Toch?

De rest van de rit stopten we op het gevoel van Moffat wanneer hij vond dat de moertjes weer aangedraaid mochten worden. Na een uurtje of 2 rijden kwamen we in een dorpje in de buurt van ‘Luangwa Bridge’ om even de benen te strekken en Moffat ging op avontuur voor een nieuwe band. De rechter band was namelijk lek. Hier ervaarden we de Zambiaanse straatcultuur. Mensen verkochten spullen langs de weg, waar anderen om 12 uur 's middags al dronken een dansje durfden te wagen.
We vertrokken weer en rond een uur of 4 zette Moffat wederom de bus langs de weg om van een lokale lekkernij te genieten. De desbetreffende snack was een Zambiaans sate'tje van 5 heerlijk, knapperig, gebakken muizen. We keken Heleen direct met een schuin oog aan of dit wel zo’n goed idee was. Ze gaf gelukkig aan van niet, maar dat weerhield Austin er niet van om het kopje eraf te draaien en deze snack te verorberen

Na vele noodzakelijke pitstops voor ofwel aandraaien van moeren of de nodige plaspauzes in de Zambiaanse natuur, werd het tijd te gaan tanken. Dit bleek niet zo gemakkelijk als gedacht. De eerste en tweede versnelling begaven het en de bus had simpelweg te weinig vermogen om in de 3e versnelling weg te kunnen rijden. Na een uurtje proberen en overleggen kwam hoofdleider Garbrich met de beruchte versnelde pas en het voorstel een hapje te gaan eten bij de Hungry Lion, een fastfoodketen die op zo’n 500 meter van ons af was. Na het eten keerden we terug bij de bus met de hoop op goed nieuws. Dit bleek echter niet het geval. De bus rijdt niet meer en dus ging Moffat gauw in de weer om een alternatief te regelen. In de tussentijd wachtten we af in de bus en door middel van slapen, spelletjes spelen en liedjes zingen gingen die twee uur al snel voorbij.

Rond een uur of 11 zagen we 2 auto’s naderen. Moffat had twee mensen bereid gevonden ons te vervoeren naar het hotel en in aparte groepjes gingen we onderweg. Rond half 1 was iedereen op locatie aangekomen en werden de kamers verdeeld. Er waren alleen niet genoeg bedden, dus voor sommigen was het alternatief in de vorm van een bank of de vloer. Na zo’n lange dag maakte dit echter weinig verschil. Slapen gingen we toch wel.

Hopelijk kunnen we morgen dan eindelijk aankomen in Lobi. Op goed geluk en met opgeheven hoofd zien we uit naar het einde van onze reis.

Dag 5 - woensdag 12 juli

Vandaag mochten we eindelijk wat langer uitslapen, de wekker ging namelijk pas om 7 uur. Door een luide bonk op de deur was bijna iedereen gelijk ontwaakt. Op een paar doornroosjes na, de laatste jongens kwamen namelijk pas aan het eind van het ontbijt binnen wandelen. Op dit moment was het nog niet zeker of wij een bus hadden waarmee we naar Lobi konden. Gelukkig kwam het verlossende belletje van Moffat al snel, die het toch maar weer geregeld had. Er werd verteld dat de bus er bijna zou zijn, maar zoals dat in Zambia gaat, duurde dat nog wel even. De tijd werd gedood met een potje voetbal, tot de bus arriveerde. De tassen werden in de bus geplaatst, al bungelend boven ons hoofd. Zo kon het laatste deel van de reis toch echt van start. Heel comfortabel was het niet, maar ‘het zou niet zo lang zijn’ volgens de leiding. De busreis was aardig avontuurlijk, de grond kon bijna aangeraakt worden vanuit de raampjes. In de bus is er uiteraard weer veel gezongen, en het volkslied van Zambia kregen we aangeleerd om bij de openingsceremonie voor te dragen.

We zijn, ondanks de wilde rit en iets later dan ons verteld was, veilig en wel aangekomen in de stad naast Lobi, genaamd Lundasi. Hier hebben we geluncht bij het moederbedrijf van Moffat. We zouden overgeplaatst worden naar een ander vervoermiddel, maar aangezien dit nog even duurde werden we snel opgemerkt door de locals. Ze waren eerst wat terughoudend, maar voetballen blijkt echt een connectiemiddel, want al snel trapten ze ook een balletje mee. Ook de dames wisten de kinderen al snel aan het dansen te krijgen met een box en een aanstekelijk dansje.  

Het vervoersmiddel was inmiddels gearriveerd, maar het bleek iets anders dan gedacht. Alleen de tassen werden namelijk ingeladen in een truck. We waren met smart aan het wachten op het vervoermiddel voor ons, maar dit bleek niet te komen. We moesten namelijk naast de tassen in de open achterbak van de truck. Riemen waren niet nodig, we zaten dicht tegen elkaar aan gedrukt. Bobbelend en stuiterend ging het laatste uur van de reis in. Met veel zingen kwamen we de tijd wel door, ze hoorden ons van verre aankomen. Dit heeft wel een paar stemmen en houten billen gekost, maar het dorp was in zicht. Er kwam een jongetje op de bagage gesprongen. Hoe? Dat wist niemand. Zo wisten we wel dat we er nu echt bijna waren. Deze 5 daagse reis kwam toch echt tot een einde.

De truck kwam aan en de hele reis viel van onze schouders af. We zagen meer mensen dan we ooit hadden gedacht. Lachend en zwaaiend stonden ze te wachten, toen wij onze truck verlieten. Gelijk na het uitstappen zongen ze ons een lied toe. Een emotioneel moment voor velen, met een prachtige Afrikaanse zonsondergang op de achtergrond. Het was echt een ‘textbook example’ van een Afrikaans dorpje. De tassen werden de slaapzalen in gedragen, en de bedden werden klaargemaakt. We kregen een rondleiding, dit betrof vooral de wc’s, douches en slaapzalen. Het viel ons allemaal zeker niet tegen. We konden zien dat ze hun best hadden gedaan. De wc’s waren toch even schrikken, het gat was kleiner dan verwacht. Het rook ook niet naar roosjes, maar zoals Jesse mooi verwoordde ‘het ruikt hier naar poep, maar het ruikt niet vies of zo’.

Ons welkom was erg hartelijk en warm, net zoals de heerlijke maaltijd die ze klaargemaakt hadden. Na de eerste maaltijd in ons nieuwe thuis was het tijd voor de afwas. We werden aardig uitgelachen om onze manier van afwassen, of eigenlijk vooral Thijs’ manier van afdrogen. Nu moesten we er echt aan geloven, de eerste plasjes werden gelost en het viel ons gelukkig alles mee. Wel was het weer genoeg geweest voor vandaag, morgen weer een volle dag. Iedereen zocht zijn bedje weer op, met dikke slaapzakken en niet te vergeten, de klamboes.

De bouwprojecten van World Servants bieden jongeren de kans om mee te bouwen aan verandering. Hun inzet tijdens een werkvakantie laat praktisch zien wat de kracht van dienen is. Door samen met een lokale gemeenschap te werken aan een ontwikkelingsproject van een lokale ontwikkelingsorganisatie, veranderen niet alleen de levensomstandigheden voor de hele gemeenschap, maar veranderen ook de jongeren zelf.

In veel Nederlandse kerken is een World Servants-project onderdeel van het jongerenwerk van de kerk. Diaconaat en jeugdwerk lopen zo naadloos in elkaar over en een hele gemeente komt in beweging rond het project. Werkvakanties hebben daardoor een blijvende impact, zowel in Afrika, Azië of Latijns-Amerika als in Nederland.