GU216 | Een stortvloed van indrukken

Geplaatst op 12 aug 2016 - 14:20

Het is hard werken geblazen in Cubulco. Maar niet zonder resultaat! En dat hard werken zeker niet saai is, bewijst het verhaal van Piet en Mariëlle. 

Het is nu ruim een week dat we van huis zijn en zoals we het nu ervaren lijkt het wel maanden. Zoals een deelnemer aangaf toen we naar Patuy gingen dat de komende dag er weer een maand bij komt. Dat is ongeveer het gevoel wat we hier hebben. Een stortvloed van indrukken op een tot nu toe geweldig project. De samenwerking met de lokale organisatie (AMG) is geweldig en iedereen in het ziekenhuis doet zijn uiterste best om het ons zo goed mogelijk naar onze zin te maken. Dat geldt werklijk voor alle medewerkers van het ziekenhuis. Het eten is echt geweldig, natuurlijk hebben we nog steeds zwartebonenprut, maar daarnaast is het werkelijk drie sterren eten. Een andere luxe is de was, volgens ons is dit het eerste World Servants project ooit, waar de was in wasmachines wordt gewassen en in een wasdroger gedroogd. Krijg nu niet de indruk dat we hier in een lux en welvarend land zijn, wij als groep ervaren dat echt anders, maar we ervaren ook het verschil tussen de ontwikkeling en de organisatie van het ziekenhuis en het gewone leven op straat en in de community.

De bouw vordert gestaag. Tot heden nog steeds druk met de noodzakelijke sloopwerkzaamheden. Natuurlijk heeft de bouw ook twee dagen stil gelegen door onze tocht naar de community in de bergen, maar dat is het dubbel en dwars waard geweest en we zullen met nog meer energie en motivatie de komende dagen ons inzetten voor een maximaal resultaat. Het dak is er helemaal af, alle kozijnen die eruit moeten zijn er uit en een belangrijke bezigheid is het verwijderen van de tegeltjes in de badkamers. Ook de staal constructies waar de dakplaten op liggen worden los gehakt om deze opnieuw te kunnen gebruiken. Ook zijn de eerst stenen naar de bouwplaats gebracht om met het metselen te kunnen beginnen, want dat is waar we met z’n allen voor gekomen zijn! Dat ook het werk soms vol verrassingen zit, hebben we ook ervaren. De druk moest van de waterleiding, in de straat wordt een afsluiter gevonden die met veel moeite omgezet wordt, waarbij helaas de leiding voor de afsluiter afbrak en het water over de straat stroomde. Jelmer heeft direct zijn vinger in de leiding gestopt om het water te stoppen. Gelukkig kon Sam wat hulpstukken kopen om de aansluiting op de hoofdleiding weer te repareren. Maximale creativiteit noodzakelijk en met geweldig teamwerk monteren we een nieuwe afsluiter op de hoofdleiding. Nu deze nog aansluiten op de bestaande leiding en onze taak is weer klaar. Voorzichtig de bestaande leiding aan het uitgraven en wat bleek? Het was een kort stukje pijp, vol met zand, waar niets op aangesloten was. De verkeerde afsluiter genomen en al het werk voor niets. Dit bezorgde Piet een geweldige slappe lach! Zo blijft het altijd verrassend wat je tegenkomt en wat je ervaart op een project.

We ervaren wel de warmte hier in Cubulco, het is echt heet! ’s Morgens wordt het al relatief snel warm en dan is het ook echt warm! Ook voor de meer ervaren World Servants deelnemers het warmste project in hun carrière. In de loop van de middag koelt het af en krijgen we regelmatig een geweldige regen- en/of onweersbui over ons heen. Het water komt dan echt, een korte tijd, met geweldige bakken naar beneden! Gelukkig zitten we wat hoger (ongeveer op 1000 mto) en koelen de avonden en nachten wat af. Slapen is daardoor best goed te doen waar we dan ook gemiddeld zeker gebruik van maken!

De maandagavond was ingeruimd om meer informatie te krijgen over het ziekenhuis. Intussen was Nico Kattenberg, een Nederlands-Canadese zendeling van Guatemala City naar Cubulco gekomen (voor meer achtergrond info over hem zie dit artikel in het Reformatorisch Dagblad). Hij heeft vele jaren in Cubulco gewerkt en werkt nu als Vice President bij het AMG. Hij heeft ons het ontstaan van het ziekenhuis verteld, een bijzonder verhaal. Twee Amerikaanse missionarissen hadden het doel de bijbel te vertalen in de lokale taal, tot dat iemand begreep dat één een zuster was. Het begin van naast vertalen ook het ontstaan van een kliniek, wat later het ziekenhuis werd. Het ziekenhuis is nu onderdeel van het AMG wat voor het ziekenhuis zekerheid voor de toekomst geeft. Tot voor een aantal jaren geleden was het krijgen van medische hulp gratis. Door wijzigingen in de subsidie stromen, o.a. vanuit Nederland, is dat aangepast. Nu is het ziekenhuis voor 70% zelf supporting en nog voor 30% afhankelijk van subsidies en/of giften. De lokale bevolking moet nu betalen voor de hulp die ze krijgen. Zowel Julio (directeur ziekenhuis) als Nico benadrukken dat dit een veel beter systeem is dan alles gratis te geven. Men ervaart op deze manier de waarde van de zorg die ze krijgen. Dit is in Cubulco ook mogelijk omdat er niet echt armoede is. Er is geen welvaart, maar de meesten hebben wel enige vorm van inkomen of hebben familie in de Verenigde Staten die financieel helpen. Je ziet ook op straat, dat er geen echt armoede is. Je ziet auto’s, motoren etc die het straatbeeld bepalen. Krijg niet de indruk dat het welvarend is, in tegendeel. Na de uitleg een rondleiding door het ziekenhuis. Indrukwekkend te zien hoe de medische stand hier is. Het ziekenhuis doet per jaar ongeveer 13.000 consulten, waarvan ongeveer 2.300 acute hulp. Het is nu relatief rustig in het ziekenhuis, maar dat wordt binnenkort anders. Dan komt er een medisch team uit de Verenigde Staten die op vrijwillige basis hier o.a. meer gecompliceerde operaties gaan uitvoeren en dan zijn alle patiënten kamers bezet. Dit gebeurt ongeveer een keer of vijf/zes per jaar. In de röntgenkamer kregen we privé uitleg van Annelien over de foto’s die er lagen, wat de rondleiding nog levendiger maakte.

Dinsdag naar Patuy, waar Mariëlle het nu volgende verslag van heeft geschreven:
Dinsdagochtend worden we al om vijf voor half 6 uit ons bed gesleept. Voor de een een hele opgave, voor de ander is het wachten op de ochtend eindelijk voorbij. Sinds de aankomst in Cubulco hangt het programma aan de muur in de eetzaal. Al vier dagen lang kijken we tijdens de eetmomenten vol verwachting naar de zes spannende woorden die onze dinsdag beschrijven: “Hike met Nico” en “overnachten bij community”. Spannend! Nico had ons maandagavond al het een en ander verteld over waar we heengingen, maar nu de hike echt voor onze neus staat, begint het bij de meeste toch wel te kriebelen. Licht pakken, maar toch niets vergeten, dat is de opdracht. Slaapzakken, teenslippers, tandenborstels, hoofdlampjes, goede schoenen en genoeg kleding om vol te zweten worden in de rugzakken gepropt en we zijn klaar om te gaan! Na een prachtige tocht door de bergen achterin de pick-ups komen we aan bij de wiebelbrug over de rivier waar Nico ons de avond daarvoor al over verteld had. Met het zweet in onze bilnaad vervolgen we onze weg over de brug. Man, wat was dat hoog!

 

Hiken in Guatemala #weekend #hangbrug #schommelen

Een video die is geplaatst door World Servants (@worldservants) op

 

Aan de andere kant van de brug staan twee Guatemalteken ons op te wachten met twee muilezels. Eentje voor onze rugzakken en eentje voor een vermoeide Servant. Nog even een korte plaspauze in de bosjes en de tocht is begonnen. De temperatuur begint al snel flink op te lopen tot boven de dertig graden, dus in no-time lopen de straaltjes zweet van onze nekken, via onze rug richting de sokken. De paden voeren ons over hoge rotsen, langs koele beekjes, door typisch Guatemalteekse dorpjes waar de bewoners ons nieuwsgierig aanstaren en langs de grote bruine rivier in het dal. We kijken onderweg onze ogen uit, terwijl we in de vochtige hitte zo helder mogelijk proberen na te denken over hoe we ons zeldzame drinkwater zo tactisch mogelijk kunnen verdelen. Na ongeveer drie uur lopen maken onze harten een sprongetje als we bij een voetbalveldje aankomen. We zijn er! Met een diepe zucht planten we onze bezwete lichamen onder de grote boom. Acht paar Guatemalteekse jongensogen staren ons aan. Jullie gaan toch wel met ons voetballen? We gebruiken ons laatste beetje water om nog een fanatieke pot voetbal uit onze benen te persen en uiteindelijk gaan we strijdend ten onder. De score zal ik maar niet wereldkundig maken, maar het was minder gênant dan afgelopen zondag. Dat dan weer wel.

Het voetbalveld blijkt helemaal niet het eindpunt te zijn, dus rapen we al onze spullen weer bij elkaar en vervolgen onze weg door de bergen. We passeren de enige school in het dorp en schuiven bij een Guatemalteekse familie aan voor lekkere ‘tamales’: maisdeeg gevuld met pittige kip en saus, gekookt in bananenbladeren. Een echt feestmaal, want het is nog maar de tweede keer dat er zo’n grote groep ‘toeristen’ komt eten. Met volle buikjes lopen we verder naar de kerk, ons eindstation! We gooien onze tassen op de houten kerkbankjes en hijsen ons in onze uniform zwarte badpakken voor een verfrissende duik van de rotsen. Jelmer, Niek en Sam vermaken zich prima met hun zelfgefabriceerde glijbaan, terwijl de dames het zweet uit de haren wassen in de naastgelegen natuurlijke jacuzzi. Zwemmen op project hebben nog niet veel van ons meegemaakt en al helemaal niet op zo’n mooie plek. Wat hebben we genoten!

Na het zwemmen proberen we enigszins netjes weer in de kerk te verschijnen, wat in andere woorden betekent dat we krampachtig ons best doen om onze natte onderbroeken te verbergen onder ons enige meegebrachte, schone kledingsetje. Een hele opgave, vraag maar aan Regien. De kerkdienst duurt naar Nederlands gebruik onmenselijk lang en wordt een aantal keer verstoord door een fikse regenbui die zo hard op de golfplaten klettert dat voorganger Nico onverstaanbaar is. Wat zeg je, Nico? Wil je Engelse drop? Piet vindt het na een tijdje wel even welletjes en verblijdt de onrustige kerkgangers met een lekker Hollands dropje. De een verorbert het snoepje met een duidelijke glimlach van beleefdheid, de ander sabbelt er zo lang op dat we ons afvragen hoe dat mogelijk is. Na een lange drie uur beginnen mensen langzaam de kerk uit te lopen en slaken wij een diepe zucht van verlichting. Toch moeten we vervolgens zo lang op het avondeten wachten dat zelfs de zon gaat slapen. Met onze hoofdlampjes beklimmen we de glibberige weg naar het huisje van een familie uit het dorp, waar we ons met enige moeite op de stoeltjes planten. Tijdens het wachten worden we opgevrolijkt met een kraakhelder beeld van de Olympische Spelen. Zitten we dan. Vijftien Nederlanders, een verdwaalde kleine Guatemalteek en een Nederlands-Canadese-Guatemalteekse zendeling. Hoog in de bergen, in een bijna onbereikbaar dorpje, met knorrende magen en open monden naar de televisie te staren. Geen Nederlander te zien trouwens. We eten voldaan onze kipkerriesoep op, bedanken de familie voor hun gastvrijheid en glibberen terug naar de kerk, waar we proberen een zo comfortabel mogelijk bed in elkaar te knutselen. Kerkbankjes worden tegen elkaar aan geschoven en slaapzakjes bedekken de harde vloer. Leon probeert uit alle macht zijn heupen te beschermen met teenslippers en Jelmer en Niek kruipen dicht tegen elkaar aan op de kerkbankjes. Sam ligt achterin de kerk luidkeels te kuchen. “Do you guys shower in Deet or something?” vraagt hij zich hardop af. Ach, beter Deet in je mond, dan een muggenbult op je kont, laten we maar zeggen. GU216 is out.

De volgende ochtend maakt Piets wekker een einde aan onze heerlijke nachtrust en begint het ‘geklaag’ over blauwe heupen en verrekte schouders. De groep is wakker! Zingen ‘Lang zal ze leven’ voor Annelien en we ontbijten snel met rijst, ei en uiteraard bruine bonen en nemen afscheid van het dorpje. De tocht terug is beter te doen dan de heenweg, maar misschien komt dat ook omdat ikzelf de halve weg op de rug van een ezel afgelegd heb. Iets met een bucketlist. Na een aantal uur komen we weer aan op de plek waar ons avontuur begon en rijden we terug naar onze thuisbasis. Bouwen zit er niet meer in, dus besluiten we een duik te nemen in het lokale zwemparadijs hier. We verbazen ons elke dag over hoe goed we het hier hebben, maar dit is toch wel het toppunt. Een middag volleyballen in het uitgestorven zwembad met glijbaan, mooier gaat het niet worden. Na het zwembad werden we verwend met een uit Nederland meegebrachte boterkoek van Annelien, speciaal voor haar eenentwintigste verjaardag. De avond wordt gevuld met spelletjes, schrijven en een vroege dosis slaap, want dat hebben we de afgelopen 24 uur wel gemist. We zijn nog steeds onder de indruk van ons avontuur, maar langzaamaan wint de slaap het van ons enthousiasme. We weten nog net ons bed te halen, maar daar is ook alles mee gezegd. Was het een goede dag? Ja, het was een goede dag.

Tot zover Mariëlle. De donderdag was weer een bouwdag en ja we hebben de eerste cement gemaakt! Het hakken en breken is nu bijna ten einde en we kunnen gaan metselen. De groep heeft het ook wel een beetje gehad met de hamers, de beitels en de moeie armen! Het metselen is begonnen, de eerste cement is gemaakt

Ook was er weer kinderwerk en hebben vanmiddag ongeveer 40 kinderen vermaakt. Het is en blijft een prachtig onderdeel van het World Servants concept en de deelnemers genieten er ook echt van. Van de lokale kinderen maar niet te spreken. Donderdagavond een avondprogramma om elkaar nog beter te leren kennen. We gaan deze week nog twee dagen bouwen, ook de zaterdag is een bouwdag.

We genieten van jullie groeten op de site, ze hangen aan de muur en er wordt regelmatig nog een keer opnieuw gelezen. De volgende keer zullen we proberen iets persoonlijks terug te schrijven.

Het gaat goed met ons, Nederland. We genieten van elke dag hier en we maken zoveel mee dat we het zelf bijna niet meer kunnen bijhouden, daarom staan er weer nieuwe foto in de Dropbox.

Namens de hele groep,

Piet & Mariëlle

De bouwprojecten van World Servants bieden jongeren de kans om mee te bouwen aan verandering. Hun inzet tijdens een werkvakantie laat praktisch zien wat de kracht van dienen is. Door samen met een lokale gemeenschap te werken aan een ontwikkelingsproject van een lokale ontwikkelingsorganisatie, veranderen niet alleen de levensomstandigheden voor de hele gemeenschap, maar veranderen ook de jongeren zelf.

In veel Nederlandse kerken is een World Servants-project onderdeel van het jongerenwerk van de kerk. Diaconaat en jeugdwerk lopen zo naadloos in elkaar over en een hele gemeente komt in beweging rond het project. Werkvakanties hebben daardoor een blijvende impact, zowel in Afrika, Azië of Latijns-Amerika als in Nederland.