GH219 | Nalerigu herrrrres!

Geplaatst op 19 feb 2019 - 15:02

Vanuit Nalerigu: update 1 met ons blatende geitje op de achtergrond....

Allereerst om jullie gerust te stellen: het gaat hier heel erg goed met iedereen hoewel de titel misschien anders doet vermoeden; herrrrrrres (chaos) is het hier totaal niet. Op ons kamp, een toekomstig woonhuis waar wij mogen verblijven, hangt inmiddels de Stanislasvlag (zie foto). Let op! Niet iedereen staat op de foto, maar we zijn nog steeds compleet.

Maar laten we bij het begin beginnen. Vrijdag zijn we vol enthousiasme uitgezwaaid door alle mensen die ons liefhebben, maar wij zaten met ons hoofd maar bij één ding: op naar Ghana. Op Schiphol liep alles gesmeerd en ook de vlucht verliep goed. Onderweg vroegen veel mensen aan ons wat we gingen doen en we werden door het personeel van KLM dan ook nog eens speciaal welkom geheten op de vlucht.
Aangekomen in Accra was het een drukte van jewelste op de luchthaven en ook de warmte en de vochtigheid kwam ons tegemoet. Hop, snel op naar het hotel! Eline, Britt en Daphne werden op hun kamer vrolijk gedag gezegd door een kakkerlak. Er werd hier en daar een gilletje geslaakt, maar hé: die muskietententen zijn een uitkomst. De rest moest het doen met een salamandertje op de kamer. Na een warme nacht en een stevig ontbijt zijn we de volgende morgen de bus (met Ghanese airco) ingegaan.
Het was een lange busrit met hier en daar een plaspauze in de bushbush. Tijdens de lunch is er volop de macarena gedanst met tientallen enthousiaste Ghanese kindjes. Net voor het donker werd, kwamen we aan in ons hotel in Kintampo. Opnieuw wachtte er een heerlijk avondmaal op ons waarna we ons op de kamers installeerden. Dit hotel werd door velen van ons als beter ervaren dan het eerste hotel, behalve door Jan, Cees, Collin en Lucas. De heren hadden als een van de weinigen airco op de kamer, maar de temperatuur lieten ze zo ver dalen dat het er eerder op leek dat ze in Siberië verbleven dan in Ghana. Geen van allen durfde te vragen of de airco misschien uit mocht, wat er zelfs in resulteerde dat Cees over pinguïns heeft gedroomd.
Zondagochtend waren de heren al snel ontdooid en na opnieuw een goed ontbijt stond er weer een aantal uurtjes busreis op het programma. Maar wel: zwemkleding aan! We hebben na het eerste uurtje namelijk een stop gemaakt bij de prachtige watervallen van Kintampo. Iedereen genoot van de laatste keer stromend water, want we wisten: hierna wordt het afzien. Iedereen stapte opgefrist en wel de bus in en yes, op naar Tamale! Bij het kantoor van AG Care stopten we voor een lunch en werd er afscheid genomen tussen de groep Gbangu en de groep Nalerigu. Toen we na een aantal uur bus zitten, waarbij we ondertussen genoten van het échte Afrika (lees: hutjes en termietenheuvels), uiteen gingen en een plasje wilde plegen, werden we werkelijk overvallen door ontzettend veel lieve kinderen uit het dorp. Er werd gevoetbald en gelachen en wij staarden naar de Ghanezen en zij staarden naar ons. We hadden alle lieve, mooie mensen graag meegenomen, maar nee: we moesten door. Voor het donker werd, wilden we in Nalerigu aankomen en dat is gelukt. Ook daar werden we warm onthaald.
Zoals eerder aangegeven, verblijven we nu dus in een toekomstig woonhuis. We hebben drie slaapkamers voor de mannen en drie slaapkamers voor de vrouwen. Er is bovendien voor beide groepen een ‘badkamer’. Dat betekent voor de vrouwen een kamertje met een gat in de grond (wastafel/douche) en een deur. Voor de mannen betekent dit een soort ‘inloopwastafel/douche’. De vrouwen hebben dus iets meer privacy, maar die badkamer van de mannen is ook erg handig, want de koppies steken er bovenuit en zo zie je dus precies of de badkamer bezet is of niet. Daarnaast hebben we een keuken en twee lieve Ghanese vrouwen voorzien ons van overheerlijke maaltijden. Maar: wij doen de afwas! Voor als jullie je verder afvragen hoe het leven er hier aan toegaat…de ‘wc’ is ongeveer 100 meter verderop naast het huidige schoolgebouw. De wc valt ons allen niet eens tegen, maar ja: het is wel een gat in de grond. Enige mikkunsten zijn dus wel gewenst. Daarbij hebben we de wasstraat geïntroduceerd. Zo hebben we drie emmers staan; de eerste is gevuld met schoon water, je doet hier je handen in, waarna je een beetje zeep op je handen krijgt. Daarna loop je door naar de derde emmer. Een deelnemer haalt schoon water uit de tweede emmer en als je klaar bent met zepen, word je afgespoeld boven die derde emmer. Verloopt top, dus!
Vannacht hebben we trouwens een goede nacht gehad. Van de dames kregen we een stevig ontbijt (pap) en daarna stond er iets zeer belangrijks op het programma: toestemming vragen aan de chief van het dorp om hier te mogen bouwen. Nou, dit was een belevenis! Het is moeilijk te omschrijven, dus dat vertellen we graag wanneer we weer in Nederland zijn. We waren in ieder geval zeer welkom en ze zijn dolblij dat we een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van onderwijs in deze regio. Als dank voor onze komst kregen we dan ook een presentje: twee parelhonen, een geit en yam. De beesten zijn niet voor onze neus geslacht; de geit zit hier dan ook nog op ons binnenplein te blaten. Overigens is-ie er vanmiddag even tussenuit geglipt, maar na een sprintje van Lucas en Cees hebben we ‘m weer. We wachten af wanneer deze beestjes op het menu staan. Terwijl Lucas en Cees daarna de bouw voorbereidden, hebben wij een rondleiding door het dorp gekregen van de docenten van de school waar we een school voor bouwen. Ze lieten ons de rivier zien waar de vrouwen kleding wasten, we bezochten het medical center en de lokale markt.
Verder is ons opgevallen hoe de Ghanezen van ons onder de indruk zijn. De koppies gingen van rechts naar links wanneer ze twee bussen met blanken voorbij zagen komen; we worden echt aangestaard. Daarnaast spreken ze in het dorp over ons als ‘De witte mensen! De witte mensen!’. Dit schreeuwen de kindjes dan ook wanneer ze op ons af komen rennen en ons even willen aanraken. 

Op het moment van schrijven staan er nu zo’n 30 deelnemers op de bouwplaats die bezig zijn met metselen, cement maken, bekisting timmeren, steigers bouwen en ijzer vlechten. De kop is eraf!

De bouwprojecten van World Servants bieden jongeren de kans om mee te bouwen aan verandering. Hun inzet tijdens een werkvakantie laat praktisch zien wat de kracht van dienen is. Door samen met een lokale gemeenschap te werken aan een ontwikkelingsproject van een lokale ontwikkelingsorganisatie, veranderen niet alleen de levensomstandigheden voor de hele gemeenschap, maar veranderen ook de jongeren zelf.

In veel Nederlandse kerken is een World Servants-project onderdeel van het jongerenwerk van de kerk. Diaconaat en jeugdwerk lopen zo naadloos in elkaar over en een hele gemeente komt in beweging rond het project. Werkvakanties hebben daardoor een blijvende impact, zowel in Afrika, Azië of Latijns-Amerika als in Nederland.